Deel 1:
Iedereen heeft wel één of meer dingen van zichzelf waar je een hekel aan hebt, iets waarvoor je je schaamt, je onzeker over voelt, of “niet goed genoeg”. Het hoort bij mensen dat we onvolmaakt zijn, en gevoelens van mislukking of tekort schieten zijn dus een deel van het leven. Richt je nu op één onderwerp of thema waarover je niet tevreden bent over jezelf en jezelf niet goed genoeg voelt. Hier ga je over schrijven. Wat is het van jezelf waar je vaak kritiek op hebt, en hoe voel je je over dit aspect van jezelf? Voel je je bijvoorbeeld gespannen, verdrietig, onzeker, boos, bang? Welke gevoelens komen bij je op als je aan dit aspect van jezelf denkt? Probeer hierover zo eerlijk te zijn als je kunt en laat je gevoelens allemaal boven komen, maar laat je er niet door meeslepen en wees niet melodramatisch! Voel je emoties precies zoals ze zijn – niet meer, niet minder. Schrijf hierover ongeveer een ½ tot 1 pagina.
Deel 2:
Nu je hebt geschreven over dit aspect van jezelf waar je niet tevreden over bent, en de gevoelens die dat bij je oproept, is het de bedoeling dat je verder schrijft over hoe je deze gevoelens ervaart in je lichaam. Heb je bepaalde lichamelijke sensaties wanneer je denkt aan die kant van jezelf die je niet bevalt? Denk bijvoorbeeld aan spanning op de borst, een dof hoofd, spanning in de nek of schouders, een gevoel in je buik, opkomende tranen, enzovoort. Probeer nieuwsgierig te zijn naar deze gewaarwordingen. Kijk bijvoorbeeld of ze ‘vast’ zitten of in beweging zijn, of ze warm of koud zijn, scherp of dof. Probeer nu zo beschrijvend en neutraal mogelijk deze lichamelijke reacties op te schrijven, in enkele zinnen. Bijvoorbeeld: “Als ik denk aan mijn angst om te falen voel ik mijn maag in elkaar krimpen. Mijn spieren in mijn buik zijn gespannen en ik heb een onrustig gevoel in mijn hele buik, en soms voel ik tintelingen omhoog gaan naar mijn keel.” Als je geen lichamelijke reacties ervaart, probeer dan na te gaan of dit een soort algehele dofheid of leegheid is, of dat er echt geen enkele lichamelijke verandering is. Kun je geen enkele lichamelijke reactie bemerken, ga dan door naar het volgende onderdeel.
Deel 3:
Stel je nu een denkbeeldige vriend(in) voor die onvoorwaardelijk van je houdt, je accepteert zoals je bent, vriendelijk en zachtaardig is. Deze vriend(in) heeft in het verleden vergelijkbare ervaringen gehad als jij. Stel je voor dat die vriend(in) al jouw sterke en zwakke punten ziet, inclusief het aspect van jezelf waar je net over hebt nagedacht en waar je ontevreden over bent. De vriend(in) ziet jou volledig zoals je bent. Sta erbij stil dat deze denkbeeldige vriend(in) van je houdt en je accepteert precies zoals je bent, met al je onvolmaaktheden. Deze persoon heeft veel wijsheid en kent de beperkingen van het mens-zijn, en is vriendelijk en begripvol tegenover je. Hij/zij begrijpt dat je geworden bent zoals je bent door je hele geschiedenis en de miljoenen dingen die in je leven zijn gebeurd en die je hebben gemaakt tot wie je nu bent. Je familiegeschiedenis, je genen, je opvoeding, al je ervaringen in je leven – allerlei dingen die jij niet per se gekozen hebt en die vaak buiten je controle zijn gebeurd.
Schrijf nu een brief aan jezelf vanuit het gezichtspunt van die denkbeeldige vriend(in). Richt je aandacht op dat aspect waar het nu om gaat. Wat zou je vriend(in) tegen je zeggen over dat onderwerp dat je zoveel leed bezorgt? Als je denkt dat de vriend(in) voorstellen zou doen om iets te veranderen, vraag je dan af hoe hij/zij die voorstellen zou formuleren om compassie en liefde uit te drukken. Terwijl je aan jezelf schrijft vanuit het perspectief van deze vriend(in) is het belangrijk dat je de kernwaarden steeds in het oog houdt: acceptatie, zachtaardigheid, zorg en betrokkenheid bij jou zoals je bent.